Vier vakbonden op bezoek bij de minister

14/01/2014

Na een gemeenschappelijk schrijven van de vier vakorganisaties en de verschillende berichten in de pers van de afgelopen dagen, werden de vakbonden vandaag ontvangen op het kabinet van de Vice-Eerste Minister De Crem.  Alle besprekingen over de verdere uitvoering van het nieuwe statuut (G1) werden sinds 20 december 2013 eenzijdig opgeschort.

Hot item van de vergadering van vandaag was uiteraard het ongenoegen van de vakorganisaties over het feit dat indien er strengere fitnessvereisten gesteld worden aan de militairen, er eveneens voldoende trainingsmogelijkheden moeten gegarandeerd worden.

 Met betrekking tot de nieuwe sportproeven (Physical Evaluation Fitness - PhEF) heeft de minister laten weten dat niemand kan ontkennen dat de militair over een goede fysieke conditie dient te beschikken. Dit is ook de reden waarom het aspect van de fysieke conditie in de G1 is opgenomen.

 Volgens de minister lijkt het hem niet meer dan normaal dat de militair de mogelijkheid moet krijgen om zich te kunnen voorbereiden op deze testen.

 De minister verklaart dat hij in de afgelopen legislatuur nooit rechtstreeks is tussengekomen bij de ene of andere militaire autoriteit. Zijn enige gesprekspartner is de Chef Defensie aan wie hij enkele richtlijnen en suggesties zal geven om het gesprek met de vakorganisaties spoedig verder te zetten. ‘De basis van de verdere besprekingen zal het ontwerp van reglement van januari 2013 zijn.’ Hierin werden een aantal garanties inzake het RECHT op sport opgenomen.

 Indien dit engagement door de militaire overheid niet wordt nageleefd zullen we de nodige initiatieven nemen om de minister te helpen herinneren aan zijn uitspraken.

 Verder werden ook nog een aantal andere items besproken zoals:

-       het personeelsbeheer op het vlak van de mutaties en de vakbondsafgevaardigden;

-       de overplaatsing van het aanvullingskader naar het beroepskader en de postbeoordeling in uitvoering van het nieuwe statuut G1.

 Deze onderwerpen kunnen slechts verder worden behandeld wanneer er absolute duidelijkheid heerst over de uitvoeringsmodaliteiten van de PhEF.