logo acmp cgpm
dé militaire vakbond

NL

FR

EN

Zoek een afgevaardigde - POC

Detachement Estland

07/12/2018

Hoe zit het met de winteruitrusting en met het gebruik van de GSM?

Winteruitrusting

De militaire vakbond ACMP-CGPM heeft een maand geleden aan de Chef Defensie gevraagd of aan de 270 Belgische militairen, die vanaf januari 2019 in Estland zullen ontplooid worden in het kader van de Enhanced Forward Presence (eFP_EST-19_01) ontradingsmissie van de NAVO, winteruitrusting zal gegeven worden, waaruit deze uitrusting dan zal bestaan en wanneer ze geleverd zal worden.

Op 6 december hebben we dezelfde vragen voorgelegd aan defensieminister Sander Loones.

Vandaag ontvingen we de antwoorden vanuit het kabinet van de CHOD. We hebben de volledige tekst hiervan hernomen op onze website. Hierop kunnen onze leden in detail zien welke winteruitrusting er zal bedeeld worden.

Samengevat komt het erop neer dat, naast een basispakket van winteruitrusting dat reeds in de korpsuitrusting aanwezig is, bijkomend wintermaterieel uit de militaire keten zal aangeleverd worden. Daarbovenop zullen er nog extra nieuwe winteruitrustingsstukken voorzien worden; hiervoor loopt momenteel een dringende en punctuele aankoopprocedure. De CHOD belooft dat de gehele winteruitrusting tijdig zal geleverd worden. Daarnaast wordt aangegeven dat militairen dus geen extra winteruitrustingsstukken zullen dienen aan te kopen op de civiele markt en dat er bijgevolg ook geen dergelijke aanbevelingen vanuit de hiërarchie zullen zijn.

Vanzelfsprekend zal de ACMP-CGPM van nabij opvolgen of deze beloftes gehonoreerd zullen worden.

SIM-kaart

In onze interventie bij minister Loones hebben we eveneens de problematiek aangekaart van het verbod om de SIM-kaart van de persoonlijke GSM te gebruiken. Kennelijk zouden de deelnemers aan de missie in Estland verplicht worden om hun (Belgische) SIM-kaart van hun telefoon "af te geven". Daarnaast zou het hen ook verboden worden om ter plaatse een SIM-kaart aan te kopen. Als reden hiervoor wordt verwezen naar de “operationele veiligheid” (OpsSec), met name het gegeven dat Rusland zo de aanwezigheid van Belgische militairen zou kunnen detecteren. Defensie zou evenwel ter plaatse de nodige beveiligde middelen ontplooien om de “sociale communicatie” met het thuisfront en het gebruik van het internet mogelijk te maken.

Mocht deze maatregel effectief doorgevoerd worden, dan heeft de ACMP-CGPM daar toch de volgende bedenkingen bij:

- Gezien de inlichtingenverwervingsmiddelen waarover Rusland beschikt, is het nut van het afgeven van Belgische SIM-kaarten in het kader van de OpsSec uiterst twijfelachtig, lees: onbestaande.

- De ontplooiing van de Belgische militairen in de Baltische Staten is zowel qua tijdstip, plaats en getalsterkte al uitgebreid aan bod gekomen in de media. Veel geheimhouding is hiervoor dus niet meer nodig. Trouwens, het oogmerk van de Enhanced Forward Presence is juist ontrading via aanwezigheid en visibiliteit.

- Bij de ontplooiing en tijdens de oefeningen van het detachement buiten het kantonnement is er – soms gedurende weken - geen enkel communicatiemiddel noch internet beschikbaar. Een vaststelling die zeker niet zal bijdragen aan het verbeteren van de retentie bij jonge militairen.
 
- Wij constateren een “twee maten en twee gewichten” aanpak , waarbij aan de ene groep militairen die ontplooid wordt geen enkele communicatiebeperking opgelegd wordt en de andere groep de SIM-kaart dient af te geven. Nochtans worden beiden groepen ontplooid in dezelfde regio en zijn zowel het oogmerk van de inzet als de (potentiële) tegenstrever dezelfde.

Enige logica en coherentie lijken ons dan ook te ontbreken, waardoor we ons de vraag stellen wat het nut is van deze maatregel.

Vandaar dat we aan de minister gevraagd hebben deze zaak uit te klaren en ons zijn standpunt terzake mede te delen. Vanzelfsprekend zal de ACMP-CGPM u dadelijk informeren over het antwoord van minister Loones.

 

 


Terug